Luisteraars, welkom bij Klassiek op Zondag. Vandaag weer veel orkestraal werk, met een niet orkestrale verassing aan het eind. Daarover straks natuurlijk meer. We beginnen met een compositie van de Amerikaanse componist Alfred Reed: Het eerste deel uit de Armeense Dansen.
Het werk is geschreven voor een symphonisch blaasorkest en het is opgebouwd op verschillende originele Armeense volksliederen uit de collectie van Komitas Vardapet, een Armeens ethnomusicoloog. Komitas wordt beschouwd als oprichter van de klassieke Armeense muziek en volksliederenverzamelaar of bewaarder van meer dan duizend volksliederen.
De Armenian Dances is een symfonische rhapsodie en het eerste deel omvat vijf secties:

  1. Tzirani Tzar (De abrikozenboom, tot maat 29)
    De opening van het werk begint met een korte declamatorische fanfare door de koperblazers, gevolgd door een lied in de houtblazers. Dit sentimenteel lied is gebaseerd op drie volksmelodieën.
  2. Gakavi Yerk (Het lied van de patrijs, maat 30 tot 68)
    Dit deel is een originele compositie van Vardapet die hij in 1908 in Tblisi voor zangstem en piano publiceerde. Het is een eenvoudige melodie door de houtblazers met in de reprise de koperblazers. Het is een eenvoudige, delicate melodie die bepaald was voor een kinderkoor. Het symboliseer hun kleine stapjes.
  3. Hoy, Nazan Eem (Hey, mijn Nazan, maat 69 tot 185)
    Dit deel is een lichtvoetige dans, meestal in een 5/8 maatsoort dat natuurlijk een buitengewone maatoefening voor muzikant en luisteraar introduceert. Deze dans is gebaseerd op een liefdeslied, gezongen door een jonge man voor zijn bruid.
  4. Alagyaz (maat 186 tot 223)
    Een volkslied, genoemd naar een berg in Armenië. Het is een uitgebreid en hoffelijk lied zoals de berg zelf. Het leidt tot contrasterende en snelle liederen die elkaar steeds opvolgen.
  5. Gna, Gna (Go, Go, maat 224 tot 422)
    Dit laatste deel is een verrukkelijk en humoristisch lach-lied in een 2/4 maatsoort. Het ontwikkelt zich in dynamisch opzicht en in snelheid.
    Track 01 Alfred Reed - Armenian Dances Part 1
    De in Parijs geboren Paul Dukas (1865-1935) is het meest bekend van zijn symfonisch gedicht Tovenaarsleerling (L’apprenti Sorcier) uit 1897 naar een ballade van Goethe. Dukas bezocht vanaf zijn zeventiende het conservatorium van Parijs, waar hij onder andere samen met Claude Debussy studeerde. De twee werden vrienden voor het leven. Als componist toonde Dukas een sterke voorliefde voor dramatische onderwerpen. Helaas vernietigde hij de meeste van zijn werken.
    Filmmaker Walt Disney had er een handje van om klassieke thema’s in zijn tekenfilms op te nemen. Zelfs complete verhalende muziekstukken werden door hem verfilmd. Zo liet hij bijvoorbeeld Mickey Mouse opdraven in de verfilming van het muzieksprookje de Tovenaarsleerling.
    De inleiding, waarin we een geheimzinnig spelend orkest horen, laat ons kennismaken met het kasteel waarin een tovenaar met zijn leerling woont. Als de tovenaar de leerling alleen laat, gaat deze aan de slag met een toverspreuk (paukenslag). Een fagot speelt een tot leven geroepen bezem die water gaat halen. De leerling gaat in bad en laat zich door de bezem lekker schrobben. Als het bad over dreigt te lopen, beveelt de leerling de bezem te stoppen. Als de bezem dat weigert, doen een paar flinke slagen met de bijl hem splijten. Al snel komt de gebroken bezem echter weer in beweging en dan is het water niet meer te stuiten. Er wordt nu dubbel zoveel water gehaald. De leerling roept om hulp (hoorns), de tovenaar komt thuis en spreekt snel een toverspreuk uit. Alles is weer bij het oude. Tot slot speelt de soloviool een klaagmelodie; de leerling heeft spijt.
    Track 02 Paul Dukas - L'Apprenti Sorcier
    Jacqueline du Pré werd geboren in een familie waar muziek belangrijk was. Haar moeder was een concert pianiste en een talentvol docente. De Frans klinkende naam komt van haar vader's Jersey afkomst.
    Op haar vierde jaar hoorde Jacqueline du Pre de klank van de cello op de radio en ze vroeg haar moeder om zo'n ding. En dus kreeg zij een voor haar veel te grote cello. Haar eerste lessen kreeg zij eveneens van haar moeder, die kleine stukjes voor haar componeerde, geïllustreerd met tekeningetjes.
    Op haar zesde jaar ging zij naar de Violoncello school in Londen, waar zij haar grote cello afpakten en haar op een kindercello lieten spelen. Haar eerste docente was Alison Dalrymple. Niet lang daarna ging zij meedoen aan lokale muziekwedstrijden en won zij deze naast haar zuster de fluitiste Hilary du Pré.
    In 1965, op haar twintigste jaar, nam du Pré het Elgar Cello Concerto op met Sir John Barbirolli en het LondenSymphony Orchestra, een opname die haar internationale erkenning bracht. Deze opname wordt nog steeds uitgegeven.
    In mei 1965 maakte zij haar debuut met het Elgar Cello Concerto met het BBC Symphony Orchestra onder leiding van Anta Dorati in Carnegie Hall in de Verenigde Staten.
    Nog later, en daar gaat u luisteraars gelijk naar luisteren, heeft zij dit concert uitgevoerd met Daniel Barenboim, de man met wie zij later in het huwelijk trad. Dit huwelijk, waarvoor zij zich bekeerde tot het Jodendom, bracht een van de vruchtbaarste relaties in de muziekwereld. Sommigen vergeleken dit muzikale huwelijk met dat van Robert en Clara Schumann. Het bewijs hiervan waren de vele optredens van du Pré met Baremboim als pianist of als dirigent.
    Track 03 Jacqueline du Pre & Daniel Barenboim - Elgar Cello Concerto
    Tot slot luisteraars de niet orkestrale verassing, vlak voor het einde. Het was één van mijn eigen eerste kennismakingen met Hongaarse muziek, koormuziek van Kodaly Zsoltán. Hij schreef Túrót eszik a cigány wat in het Nederlands zoveel betekent als “De zigeuner eet kwark”. Een hongaars volksliedje met in de versie van Kodaly een enorme drive, zowel qua articulatie als dynamiek, waarbij je haast niet op de stoel kunt blijven zitten.
    Een hartelijke dank aan Bart Sloothaak, de technicus van vandaag en luisteraars, bedankt voor het luisteren en graag tot een volgende keer. Túrót eszik a cigány!!
Translate this for me

    Tracklist
    58:20   Aurél Tillai - Túrót eszik a Cigány Le Tzigane mange du fromage blanc


    Classical
    Full Link
    Short Link (X/Twitter)
    Video Preview in progress...